Interview met kerndocent Nico W. Van Yperen    

Nico, van harte gefeliciteerd met het nieuwe Instituut voor Sport- en PrestatiePsychologie (ISPP)! Een fantastische mijlpaal. Wat is de reden dat het ISPP is opgericht?

“Dank je! Voorheen werd de Postacademische Opleiding tot Praktijk Sportpsycholoog (POPS) aan de Vrije Universiteit in Amsterdam verzorgd en om diverse redenen zijn zij hiermee gestopt. In samenwerking met Academische Opleidingen Groningen (AOG) en de Vereniging voor SportPsychologie in Nederland (VSPN) zijn we erin geslaagd om een doorstart te maken in Groningen. Om de opleiding zichtbaarder te maken, en vanwege de interne structuur van AOG, is het instituut opgericht. De postacademische Opleiding Sport- en Prestatiepsychologie is het eerste product dat onder dit instituut valt. Het idee is nog in ontwikkeling maar we zijn vastbesloten om binnen het thema van de sport- en prestatiepsychologie o.a. bijscholingen, modules en masterclasses te gaan verzorgen. Het instituut richt zich zodoende op iedereen uit de sport, maar ook uit het bedrijfsleven, de politiek, de kunst en cultuursector, etc. In ieder beroepsveld zijn doelen, motivatie, plezier, persoonlijke ontwikkeling en prestaties relevante factoren, evenals het omgaan met teleurstellingen en tegenslagen. Ook in het dagelijks leven overigens. Doelen stellen kan ook betrekking hebben op, bijvoorbeeld, een goede moeder, zoon, of vriend willen zijn. “

Voor wie is de postacademische opleiding Sport- en Prestatiepsychologie bedoeld?

“In het algemeen richt het instituut zich op iedereen die meer kennis en kunde wil verkrijgen op het gebied van de sport- en prestatiepsychologie. De postacademische opleiding Sport- en Prestatiepsychologie is specifiek voor academisch geschoolde psychologen en bewegingswetenschappers die zich verder willen ontwikkelen als expert en de arbeidsmarkt willen gaan betreden als sport- en prestatiepsycholoog. De opleiding is voor mensen die anderen (zoals sporters, coaches, ondernemers, werknemers, politici, artiesten, studenten) willen helpen om met meer plezier en effectiviteit hun doelen te bereiken.”

Wat is volgens jou de toegevoegde waarde voor een aankomend cursist van deze opleiding?

“Met de postacademische opleiding word je SPORTPSYCHOLOOG VSPN®. Dit is een accreditatie die professionaliteit en kwaliteit waarborgt. De kern van hoe wij cursisten opleiden is dat wij werken vanuit een wetenschappelijke basis en tegelijkertijd gericht zijn op de praktische transfer. We leren hen wat we weten vanuit de sportpsychologische wetenschap, en vooral hoe zij deze kennis concreet kunnen vertalen naar de praktijk. Afgestudeerden aan de postacademische opleiding Sport- en Prestatiepsychologie zou je kunnen zien als schakels om de wetenschappelijke kennis en vaardigheden op een toegankelijke en effectieve manier toe te passen in de praktijk. Uiteindelijk doel is om mensen beter en met meer plezier te laten functioneren. Tijdens de opleiding, maar ook nog daarna via intervisiegroepen, krijgen cursisten een toolbox aangereikt met diverse mentale interventietechnieken, vaardigheden en routines die ze hun cliënten kunnen aanreiken. Uitgangspunt daarbij is dat het een individuele, dynamische zoektocht is naar wat, waar en wanneer iets werkt voor de betreffende persoon of het betreffende team.”

De opleiding was eerst alleen gericht op de sportpsychologie. Waarom is er voor een verbreding naar de prestatiepsychologie gekozen?

“Sport kan worden gezien als leerschool en natuurlijk laboratorium van het leven. Immers, sporters maken in korte tijd zichtbaar veel dingen mee, zowel ups (scoren, een techniek eigen maken, winnen, euforie) als downs (onderpresteren, verliezen, blessures, conflicten). Gedrag, cognities en emoties zijn daarom goed in een sportcontext te observeren en te onderzoeken. In andere prestatiegebieden zijn de relevante factoren en de onderliggende processen veelal vergelijkbaar. Daarom kunnen de verkregen sportpsychologische inzichten ook worden gebruikt en toegepast in andere prestatiecontexten zoals school, werk, politiek, kunst en cultuur. Daarbij werkt sport inspirerend voor andere prestatiedomeinen; (ex-)sporters en (ex-)sportcoaches zijn bijvoorbeeld gewilde sprekers in het bedrijfsleven.”

Wat is het verschil tussen een mental coach of sportpsychologie opleiding en de postacademische opleiding die bij het instituut wordt gegeven?

“Zonder over andere opleidingen te oordelen kan ik hierover zeggen dat cursisten in de postacademische opleiding Sport- en Prestatiepsychologie wordt geleerd om op een wetenschappelijk onderbouwde manier mensen te coachen en te begeleiden. Daarbij leggen we in de opleiding een sterke nadruk op verantwoord en duurzaam presteren. We willen graag voorkomen dat sporters afbranden, mentale klachten ontwikkelen, of te maken krijgen met grensoverschrijdend gedrag.  Ook scholen en bedrijven hebben met dit soort problemen te maken. Het gaat er wat ons betreft niet alleen om dat je de eerstvolgende wedstrijd wint, maar dat je ook op langere termijn met plezier sport, werkt, studeert of acteert. Afstudeerders komen ook in het accreditatieregister van de VSPN waardoor ze deel uitmaken van de SPORTPSYCHOLOGEN VSPN® community. Daar is ruimte voor intervisie om jezelf te blijven ontwikkelen, temidden van collega’s met dezelfde kwalificaties.”

Hoe belangrijk is de mentale kant van sport en presteren?

“Heel belangrijk, maar ik wil niet de indruk wekken dat er een competitie bestaat tussen mentale, fysieke, tactische en technische aspecten. Al deze aspecten zijn vanzelfsprekend belangrijk. Het gaat om de balans. Je hebt de juiste fysieke aspecten nodig om te kúnnen presteren. Je kunt mentaal ijzersterk zijn, maar als je de fysieke vaardigheden van, bijvoorbeeld, de sport rodelen niet hebt, dan vlieg je gegarandeerd uit de bocht. Maar wanneer je twee gelijkwaardige tennissers, bijvoorbeeld, tegenover elkaar zet, dan zijn het vaak de mentale vaardigheden die uiteindelijk de doorslag geven. Immers, meer dan fysieke, technische en tactische aspecten, is de mentale kant van de sport aan snelle fluctuaties onderhevig. Tijdens een wedstrijd kan je zomaar ineens negatieve gedachten ontwikkelen. Daarentegen ben je spierkracht, bijvoorbeeld, niet van het ene op het andere moment kwijt. Met name in hogedruk situaties kan de mentale veerkracht ineens verdwijnen, maar soms levert de situatie ook juist een plotselinge boost op.”

Je bent kerndocent van het instituut. Wat is jouw taak binnen de opleiding?

“Als hoogleraar sport- en prestatiepsychologie aan de Rijksuniversiteit in Groningen (RUG) en kerndocent bij AOG, is mijn rol is vooral het leveren van inhoudelijke input voor het ontwikkelen, vormgeven en monitoren van het curriculum. Daarbij denk ik mee over allerlei organisatorische en marketingzaken, en geef ik, samen met mijn RUG collega Ruud den Hartigh, de module ‘Evidence Based Sport Psychology’. Centraal in deze module staan de nieuwste wetenschappelijke, sportpsychologische ontwikkelingen, en de implicaties daarvan voor de praktijk van de sport en prestatiepsycholoog.”

Je bent hoogleraar in de sport- en prestatiepsychologie aan de RUG. Welke onderzoeken die je hebt gedaan zijn betekenisvol geweest voor de praktijk?

“Veel, hoop ik, haha. Mijn meeste sportpsychologische werk gaat over prestatiedoelen. Het meest recente, relevante en illustratieve onderzoek uit deze reeks gaat over het hiërarchisch structureren van doelen (Van Yperen, N. W., 2022). Vaak wordt gezegd dat sporters zich moeten richten op hun taakgerichte doelen, ofwel het goed uitvoeren van hun taken. Dat is helemaal waar. Ook in ons eigen onderzoek, in zowel de sport-, werk- als schoolcontext, hebben we laten zien dat dit goed is voor de motivatie, het plezier en het resultaat. Echter, als je aan sporters vraagt wat hun belangrijkste doel is, dan is dat meestal ‘winnen’. Als je als sportpsycholoog niet bij die beleving aansluit, dan kun je beter gelijk stoppen met de begeleiding. De kunst is dus om het (korte- of langetermijn) windoel van sporters te koppelen dat datgene wat voor hen het meest effectief is, namelijk taakgericht denken en handelen. In het artikel wat ik noemde heb ik als eerste laten zien dat sporters met een allesoverkoepelend windoel zich het meest competent voelen als ze ten dienste van dat windoel ook zelfverbeteringsdoelen en taakgerichte doelen nastreven. De praktische implicatie is dat sporters ervan overtuigd moeten raken dat het nastreven van taakgerichte doelen, waar ze controle over hebben, de kans op (oncontroleerbare) succesvolle uitkomsten vergroot. Schaatsers, bijvoorbeeld, weten precies welke taken zij moeten uitvoeren, en welke rondetijden zij moeten rijden om tot een bepaalde eindtijd te komen. Als zij zich tijdens de race laten afleiden door gedachten over winnen en verliezen, en de mogelijke gevolgen daarvan, dan is de kans groot dat ze hun taken niet optimaal uitvoeren. Met andere woorden, bezig zijn met de gewenste uitkomst, het overkoepelende windoel, heeft vaak een averechts effect. Als je wil winnen, richt je dan uitsluitend en exclusief op je taken. Zodoende haal je alles eruit wat op dat moment in je zit, en hopelijk is dat genoeg voor de overwinning.” Als je meer hierover wil lezen, twee van mijn blogs gaan specifiek over dit onderwerp: ‘Winnen’ en ‘Doelen, Focus en Cirkels’.

Waarom zou iemand juist voor deze opleiding moeten kiezen?

“Ik zie graag dat mensen hun interesse en passie volgen. Universitair afgestudeerden met een masterdiploma die het interessant en leuk vinden om na te denken over gedrag, cognities en emoties, en daarmee bezig willen zijn in de context van sport en presteren, die zijn bij deze postacademische opleiding aan het goede adres. We werken graag met studenten die zich verder willen ontwikkelen en het beste uit zichzelf en anderen willen halen. Daarom is ‘Better never stops’ een toepasselijke slogan die ook ons als opleiders inspireert en motiveert. We willen dat graag overbrengen op onze cursisten, maar wellicht is dat niet nodig omdat zij dat al lang weten.”

Inhoudelijke blogs en info over onze leergang ontvangen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.