Leren Revalideren met sportpsycholoog Yara van Gendt
Als het om de mentale begeleiding van geblesseerde (top)sporters gaat, dan kun je volgens ons het beste terecht bij sportpsycholoog Yara van Gendt. Zij is één van de specialisten op het gebied van sportpsychologie rondom blessures. Daarover sprak Renate Hensen, opleidingsmanager van ISPP, met van Gendt.
“Je hebt samen met Afke van de Wouw het boek ‘Leren Revalideren – Hoe je optimaal herstelt van je blessure en er sterker uitkomt’ geschreven. Kun je uitleggen wat het doel van dit boek is en wat de link tussen blessures en sportpsychologie is?” vraagt Hensen. Van Gendt: “Wij hopen met het boek geblesseerde sporters, hun coaches, fysiotherapeuten en de rest van de mensen rondom een geblesseerde sporter heen te ondersteunen in het revalidatietraject en sportpsychologische vaardigheden aan te reiken om met de grote tegenslag, de blessure, om te gaan. Je kunt wachten totdat je vastloopt in je revalidatie, maar je kunt ook structureel sportpsychologische technieken opnemen in je revalidatietraject. Veel van deze vaardigheden kun je zelf als sporter en fysiotherapeut toepassen, daar is niet altijd een sportpsycholoog voor nodig.” Yara benadrukt dat sportpsychologie heel goed preventief ingezet kan worden en niet alleen als pleister op de wonde om een probleem op te lossen.
Rol van de sportpsycholoog
“Wat is de rol van de sportpsycholoog in een revalidatietraject volgens jou?” vraagt Hensen. Volgens van Gendt zijn ‘zichtbaarheid’ en ‘toegankelijkheid’ hierbij heel belangrijk. “Toegankelijk zijn voor geblesseerde sporters door bijvoorbeeld beschikbaar te zijn voor een kort praatje kan er al voor zorgen dat bepaalde gedachten en gevoelens worden genormaliseerd en dat het taboe rondom sportpsychologie minder wordt. Door aan geblesseerde sporters en fysiotherapeuten uit te leggen en te laten zien wat sportpsychologie is en wat het kan bijdragen maken zij laagdrempelig kennis met sportpsychologische technieken.”. Nog steeds denken veel sporters en fysiotherapeuten dat er iets aan de hand moet zijn om naar een sportpsycholoog te gaan. “Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden.” geeft Yara aan. Ze denkt dat een sportpsycholoog een fijne ‘sparringspartner’ kan zijn voor de geblesseerde sporter en dat je handvatten kan bieden om sneller op het oude niveau terug te komen.
Interventies bij blessures
Visualisatie- en ontspanningsoefeningen gebruikt Yara van Gendt het vaakst als het om handvatten in revalidatietrajecten met sporters gaat. “Voordat de geblesseerde sporter het veld op gaat of een nieuwe oefening gaat doen, kan hij deze nieuwe beweging of situatie eerst inbeelden. Door een situatie en of beweging in te beelden worden neurale verbindingen in het brein versterkt en het zelfvertrouwen van een sporter vergroot. Ontspanningsoefeningen dragen ook bij aan het herstel en kunnen ingezet worden voor bijvoorbeeld pijnvermindering. Van Gendt denkt dan ook dat het belangrijk is dat fysiotherapeuten hier meer over leren.
Rol van de fysiotherapeut
“Welke vaardigheden moeten fysiotherapeuten hebben om het herstelproces van de sporter te bevorderen?” vraagt Hensen. Het eerste punt dat van Gendt opbrengt is het begrijpen van de meerwaarde, en kennen van, de hiervoor genoemde interventies zoals visualisatie en ontspanningsoefeningen. Daarnaast is het belangrijk dat de fysiotherapeut gedachten en emoties – die geblesseerde sporters hebben – ‘normaliseert’. “Door gedachten en gevoelens bespreekbaar te maken bij je cliënt(en), kun je al een groot deel van de lading eraf halen. Je kunt aangeven dat het hebben van negatieve gedachten en gevoelens normaal is bij het hebben van een blessure.” geeft van Gendt aan. In de cursus Leren revalideren voor fysiotherapeuten wordt de rol van de fysiotherapeut verder verduidelijkt en worden tools aangereikt.
Acceptatie
“Er zijn revalidanten bij wie het herstelverloop enigszins voorspelbaar is en waar de kans op terug te komen op het oude niveau reëel is. Er zijn echter ook sporters met chronische blessures en waarvan het niet bekend is of iemand volledig zal herstellen. Hoe kan een sporter hier het beste mee omgaan?” vraagt Hensen zich af. Van Gendt: “We besteden veel aandacht aan hoe de sporter het beste kan omgaan met gedachten en gevoelens die bij blessures komen kijken. We merken dat sporters geneigd zijn om te blijven zoeken naar oplossingen en soms zelfs de waarheid vermijden. Acceptatie dat de blessure er is, erbij stilstaan wat dit allemaal betekent, de consequenties ervan inzien en het mogen voelen kan meer lichaamsbewustzijn creëren. Dit is vaak erg waardevol. We passen concepten uit Acceptance and Commitment Training (ACT) toe. Dit is een manier waarop we sporters uitdagen om twijfels, angsten en onzekerheden toe te laten, in plaats van deze te willen controleren en te onderdrukken.”.
Rouwproces
Hensen: “Het lijkt me verschrikkelijk om als topsporter niet meer op je oude niveau te kunnen presteren, laat staan dat je je droom in duigen ziet vallen.”. Van Gendt bevestigt dit en voegt daaraan toe “Je zou het proces kunnen vergelijken met een rouwproces, want je verliest een groot deel van je identiteit en eigenlijk zelfs een deel van je leven. Je hebt te maken met een groot verlies. Het is dan ook normaal om gevoelens en gedachten te hebben die overeenkomstig zijn met rouw.”. Een sporter reageert daarop volgens van Gendt soms wat verbaasd, omdat dat best wel extreem klinkt. “Zó erg is mijn blessure niet. Voor de mensen die een dierbare verliezen is het veel erger.” reageren sporters vaak. Van Gendt legt uit dat het echter interessant is om paralellen tussen de processen van rouw en omgaan met blessures te zien. “We kunnen veel leren van rouwprocessen en hoe daarin met bepaalde gedachten en gevoelens omgegaan wordt. Erkenning is daarin belangrijk. Dat kan vaak veel ruimte bieden om te mogen voelen en het erover te mogen hebben, in plaats van ertegen te vechten.”. Van Gendt geeft aan dat sporters vaak alsnog op zoek gaan naar nieuwe oplossingen, denk aan second opinions van artsen, terwijl dat niet het ‘probleem’ oplost. “Ik hoop dat er steeds meer besef komt dat het verplicht moeten stoppen met je sport door een blessure ook kan leiden tot het zogenaamde zwarte gat (lees ook: Leven na de topsport – SportScience.blog – Nico W. Van Yperen – Hoogleraar Sport Psychologie) en dat het okay is om daar (sport)psychologische hulp bij te krijgen.”. Uit onderzoek blijkt dat de helft van de topsporters die vrijwillig stoppen met hun sportcarrière, psychologische problemen ervaren. Bij de groep sporters die gedwongen worden om te stoppen (door bijvoorbeeld een blessure) is dit aantal maar liefst twee derde. Van Gendt: “Vaak gaat het over somberheidsklachten, omdat ze onder andere het gevoel van regie verliezen. Van de een op de andere dag is hun leven anders en moeten ze er maar mee dealen. Je kunt er niet echt naartoe werken en je erop voorbereiden.”. Ook hier geldt dat het voorkomen van problemen beter is dan genezen dus dat het goed is om gedurende de sportcarrière tools aan te leren die bijvoorbeeld helpen bij het omgaan met tegenslagen.
No pain, no gain
“Sporters zijn vaak vastberaden en gemotiveerd om hun doel te bereiken. Zelfs wanneer het ten koste kan gaan van hun eigen lichaam, gaan ze door. Achteraf moeten ze dan de prijs betalen.” constateert Hensen. Van Gendt bevestigt en vult aan: “Dat zie je heel vaak. Het gedrag dat sporters altijd heeft geholpen, bijvoorbeeld doorzetten en commitment aangaan, werkt ineens juist tegen hen wanneer ze bijvoorbeeld tegen overbelasting aanzitten. Sporters weten vaak wel wanneer ze het eigenlijk wat rustiger aan moeten doen, maar als bijvoorbeeld het team doortraint, gaat de sporter dus ook door. ‘No pain, no gain’ is het motto van een topsporter vaak. Op een gegeven moment kun je dan chronische overbelasting krijgen.”. “Het is heel tegenstrijdig dat de kwaliteiten, eigenschappen en overtuigingen van een sporter die iemand zo ver hebben gebracht, hem nu tegenwerken en ‘afgeleerd’ moeten worden.”
Sterker uitkomen
In veel gevallen hebben sporters, wanneer zij geblesseerd raken, de overtuiging dat ze er sterker uit gaan komen. Hoe ze dit gaan doen, is niet altijd duidelijk. Van Gendt: “Ineens hebben geblesseerde sporters meer tijd en ruimte om bijvoorbeeld naar verjaardagen te gaan, voor sociale contacten of zich bezig te houden met hun opleiding. Tijdens hun revalidatieproces kunnen ze zich dan ook op deze vlakken ontwikkelen. Ze leren bijvoorbeeld verschillende coping strategieën aan en merken dat ze ook op andere manieren (dan harder, sneller en feller) hun doelen kunnen bereiken. Tijdens elke revalidatieperiode ontwikkel je je dus ook op andere vlakken dan je sport.”
Optimaal revalidatietraject
Nog een laatste vraag van Hensen: “Wat zou je een geblesseerde sporter mee willen geven?”. Ten eerste zou van Gendt meeleven met de geblesseerde sporter en aangeven dat de blessure een impact heeft op het hele lijf, inclusief gedachten en gevoelens. “Om optimaal te revalideren is het dus belangrijk om aan al deze aspecten aandacht te besteden. Ik kan me voorstellen dat je het gevoel hebt alsof je aan de zijlijn staat – alsof je niet echt meedoet – maar er zijn een heleboel vaardigheden te ontwikkelen om te dealen met obstakels die je gaat tegenkomen en alle (vervelende) gevoelens die je zult gaan ervaren. Je zult gaan inzien dat jij zelf invloed hebt op je revalidatie traject en dat er manieren zijn om dat traject te optimaliseren.”.
Over Yara van Gendt
Yara van Gendt is sport- en prestatiepsycholoog en geaccrediteerd door de Vereniging voor SportPsychologie in Nederland (VSPN). Ze is werkzaam voor Psyned en sinds mei 2022 als sportpsycholoog en coördinator ‘well-being’ aan de slag bij schaatsteam IKO. Van Gendt werkt al meer dan 10 jaar samen met Afke van de Wouw en schreef samen met haar het boek ‘Leren revalideren’.